dinsdag 20 juli 2021

De ene CO2-transmitter is de andere niet als het gaat om bescherming tegen COVID-19

Chris Neyens
gemiddelde leestijd 5 minuten

Bij hogere CO2-concentraties in een lokaal daalt het concentratievermogen en zal de vermoeidheid van de aanwezige personen toenemen. En wat tegenwoordig ook belangrijk is, is dat uit modelleringen blijkt dat het risico op besmettingen met COVID-19 toeneemt naarmate de CO2-concentratie stijgt in een ruimte waar een besmet persoon aanwezig is. Met andere woorden; de kans op besmetting met het coronavirus in een ruimte is rechtevenredig met de CO2-concentratie in deze ruimte. Vandaar het belang van goede ventilatie.

Ventilatie regelen

Koolstofdioxidetransmitters worden vaak gebruikt in gebouwautomatiseringssystemen om de luchtkwaliteit te bewaken. De CO2-concentratie is indirect evenredig met de hoeveelheid mensen in een ruimte en de CO2-waarde kan worden gebruikt om, indien nodig, de ventilatie in de ruimte aan te sturen.

Verschillende CO2-sensoren

Er zijn twee basistypen gasdetectietechnologieën: chemische reactie en infraroodspectroscopische. De meeste chemische reactiesensoren zijn elektrochemische sensoren, die niet zo betrouwbaar zijn omdat ze kunnen reageren op meerdere gassen en er ook slijtage optreedt door interactie met het gas. Non-dispersieve CO2-sensoren, NDIR genoemd, zijn hier ongevoelig voor en hebben een hoge nauwkeurigheid en snelle responstijd.

Meest betrouwbare meetmethode

NDIR-sensoren komen niet in contact met het gas, waardoor ze betrouwbaarder zijn. Deze sensoren zijn ontwikkeld voor specifieke gassen, zodat ze niet worden beïnvloed door andere gassen. Dit alles maakt NDIR-sensoren tot de meest betrouwbare methode voor het detecteren van koolstofdioxidegas. De werking van dit type sensoren is gebaseerd op infraroodspectroscopie, het principe dat moleculen specifieke lichtfrequenties absorberen, die kenmerkend zijn voor hun structuur. Wanneer de frequentie van het infraroodlicht gelijk is aan de trillingsfrequentie van een binding, treedt absorptie op.

De golflengte van de lichtbron die wordt gebruikt, is deze waarbij het licht maximaal geabsorbeerd wordt door CO, die geen interferentie kent van andere gassen en zich in dit geval situeert in het infraroodgebied.


Werking NDIR-sensoren

De NDIR-sensor bestaat uit een infrarood lichtbron, een monsterkamer, een infraroodfilter en een infrarooddetector. Voor koolstofdioxidedetectie mag er ruimte- of kanaallucht in en uit de monsterkamer stromen. Infrarood lichtgolven worden door de bron gecreëerd en via de monsterkamer naar de detector gestuurd.  

Naargelang de CO2-concentratie zal er meer of minder licht worden geabsorbeerd en zal er dus meer of minder licht worden gedetecteerd.


De CO2-concentratie is in dit geval rechtevenredig met de absorptie van het infrarode licht en omgekeerd evenredig met het gedetecteerde licht. Aangezien deze lineair is kan dit systeem dus heel nauwkeurig gekalibreerd worden.

Om rekening te houden met de veroudering, en dus ook verminderde intensiteit, van de lichtbron, wordt gebruikgemaakt van een “tweevoudige golflengte”. Deze sensoren gebruiken een referentielicht met een andere golflengte, dat niet geabsorbeerd wordt door CO2.

De CDT-, CDTR- en CDTA-transmitters van Dwyer gebruiken dergelijke “duale golflengtecompensatie” waardoor de transmitter praktisch geen signaaldrift kent.

Daarenboven heeft Dwyer ook een aantal gecombineerde transmitters ontwikkeld die simultaan CO2, luchtvochtigheid, temperatuur en eventueel VOC kunnen meten.

Met andere woorden; Er zijn dus ideale hulpmiddelen verkrijgbaar voor de bewaking van de luchtkwaliteit in een ruimte. En ze helpen ook nog eens mee om personen in een ruimte beter te beschermen tegen COVID-19.